Welke ATEX coderingen worden onderscheiden?

Of een lamp wel of niet ATEX-gecertificeerd is kan men zien op de behuizing van de lamp. De certificering is er in gedrukt. Dit bestaat uit een aantal coderingen. Deze coderingen en hun betekenissen zijn de volgende:

 

  • CE: Deze code onderschrijft dat het product aan alle gestelde kwaliteitseisen van de EU voldoet.
  • Ex: Het specifieke teken voor explosiepreventie.
  • G, D of GD: Toepasbaar in gas (G), stof (D) of beide (GD) atmosferen.
  • E Ex: Goedgekeurd voor gebruik in explosieve ruimten volgens de laatste gemeenschappelijke Europese eisen.
  • E ib: Mate van bescherming.
  • IIA, IIB of IIC: De gas groep waarbinnen het product valt. (Bij IIA is het risico op ontvlamming het kleinst, bij IIC het grootst).
  • T1 t/m T6: Temperatuurclassificatie van de gebruikte gloeilamp. Classificatie naar de maximumtemperatuur van de oppervlakte, waarbij T1 de hoogste temperatuur heeft en T6 het laagste.

 

Een ATEX certificering dient te worden afgegeven door een notified body zoals KEMA of DEMKO. Indien de lamp door een niet gecertificeerd keuringsinstituut wordt beoordeeld is de zone waarin de certificering wordt toegekend, maximaal 2. Dit is de laagste beschermingsklasse. Voor meer informatie over ATEX kijk hier.

Inschrijven voor de nieuwsbrief: